Door het Rivierenland naar Den Bosch

Vandaag starten we met een nieuwe fietstocht. Na Berlijn en Rome is het nu de beurt aan Madrid. 
Aangezien we beperkt tijd hebben vanwege het werk van Miriam, zullen we de reis in meerdere etappes afleggen. De eerste etappe gaat van Gouda naar Marley. Omdat het vandaar lastig is terug te reizen per trein, zal de werkelijke eindbestemming van 2021 liggen in Bazel.

Zo gaan we door Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk en tot slot Zwitserland. Reizen in de tijd van Corona. Lekker makkelijk.

Volgende etappes zijn het tweede deel van de Groene route naar de Middellandse Zee, en dan vervolgens naar de oostkust van Spanje. Vandaar gaat het dan naar het zuiden en het westen. Die route moeten we nog precies vaststellen.

De eerste dag hebben we mooi weer, en wind in de zij en wind mee. We doorkruisen het rivierenland: de Hollandse IJssel, Vlist, Lek, Merwedekanaal, de Linge, de Waal, de Afgedamde Maas en tenslotte de Bergse Maas en in Den Bosch de Dieze en de Dommel. Een gebied waar we op ander wijze verschillende keren doorheen zijn gefietst, soms met dagtochten, soms met tourtochten door Nederland. Een gebied dat zeer de moeite waard is met zijn dijken, bruggen, ponten (van Schoonhoven naar de Alblasserwaard en van Gorinchem naar Woudrichem), vestingstadjes tot en met de linie 1629, de belegeringslinie van Frederik Hendrik, waarmee hij Den Bosch veroverde op de Spanjaarden.

Den Bosch is een leuke stad, die we eerder al eens bezochten en waar we de herdenkingstentoonstelling met het werk van Jeroen Bosch hebben gezien. Een stad die elk jaar weer nieuwe gebouwen kent. Nu is de beurt aan het Theater aan de Parade, dat ingrijpend wordt verbouwd. En natuurlijk de stad van de Sint Jan en fijne terrasjes, waar we dankzij het mooi weer gebruik van konden maken.